Toegegeven, de bovenstaande omschrijving van Hunted: The Demon's Forge lijkt misschien een beetje te kort door de bocht, maar na een gameplaydemonstratie van een klein half uurtje bleek Hunted toch weinig meer te omvatten. Ontwikkelaar InXile Entertainment ziet deze game als de brug tussen de ouderwetse dungeon crawlers als Dungeons & Dragons en de hedendaagse actiegames als Gears of War en eerlijk gezegd grijpen we hiermee de ware essentie van Hunted direct bij de lurven.
Het verhaal draait, in een notendop, om een burgemeester wiens stad wordt overspoeld door allerlei tuig, Orks en demonen. De burgervader weet van zijn stad op geenenkele manier een veilige haven te maken, waarna hij besluit de hulp in te roepen van een tweetal helden: een vrouwelijke jager en een mannelijke krijger. Deze twee helden gaan in kerker na kerker op zoek naar de oplossing voor het vervelende kwaad en doen dit, zoals een echte moderne actiegame betaamt, coöperatief.
Hunted is een echte co-op-game, waar online (!) samenwerken met andere spelers de enige juiste manier van spelen is. Uiteraard zal één van de spelers in de huid van de koelbloedige en kinky jager kruipen, terwijl de ander zich ontfermt over de terughoudende krijger. Beide personages hebben een eigen speelwijze. Zo werkt de jager vooral met pijl en boog, terwijl de krijger zijn zwaard door zoveel mogelijk Ork-lichamen hakt. Het spreekt dus voor zich dat de jager zich vooral vanuit de achterhoede in de strijd zal mengen terwijl de krijger midden tussen de vijanden omzich heen hakt.
De balans tussen de twee helden zit voorlopig dus best goed, maar wat nou als je halverwege een co-op-game plots inziet dat je toch liever met het andere personage speelt? Hierop heeft InXile iets leuks bedacht: op speciale checkpoints kun je wisselen van personages, waardoor je jouw boog altijd aan de wilgen kunt hangen en eindelijk eens kunt hakken met een zwaard. Deze wisselingen kunnen best wel eens cruciaal zijn voor de variatie binnen de game.
Qua diversiteit wist Hunted mij voor de rest namelijk nog niet echt te overtuigen. De omgevingen zien er weliswaar redelijk afwisselend uit, maar tijdens het kijken naar de demonstratie werd steeds weer de indruk gewekt dat elke kerker op precies dezelfde manier moet worden doorlopen. Steeds weer kwamen er hordes Orks op de twee strijders af en steeds weer werd dit gespuis op eenzelfde manier gedood door het samenspel vanclose combat- en long range-aanvallen.
Wat me misschien nog wel meer zorgen baarde, was het overduidelijk spelen van leentjebuur. De personages rennen namelijk à la Gears of War door de omgevingen en zoeken continu dekking achter verschillende obstakels. En dan nog de tussenbazen, die met Quick-Time Events op spectaculaire wijze (dat dan weer wel) om het leven moeten worden gebracht. God of War, iemand? En daarmee houdt de vergelijking met God of War nog niet eens op, want het eerdergenoemde RPG-element reikt op het eerste gezicht namelijk weinig verder dan het upgraden van wapens met speciale kristallen. Juist, klinkt een beetje als het orb-systeem dat onze boze vriend Kratos ook gebruikt..
Het moge inmiddels duidelijk zijn dat Hunted na de eerste kennismaking nog teveel aanvoelt als een mengelmoes van een aantal actiegames met daaroverheen een fantasy-sausje. Dit is totaal nietzoals ik me de burg tussen de ouderwetse dungeon crawlers en hedendaagse actiegames had voorgesteld, maar hopelijk weet InXile me uiteindelijk nog te overtuigen met een knoepert van een topper. De gedachtegang achter Hunted: The Demon's Forge is namelijk een hele goede. Nu de uitwerking nog.
De huurlingen die centraal staan op het strijdtoneel zijn de katalysators waarmee de ellende letterlijk en figuurlijk begint. Ik stel je voor aan Caddoc, een koelbloedige kleerkast met eenvoorliefde voor zware slagwapens maar geen keuze kan maken uit twintig verschillende accenten en E'lara, een hoogbejaarde elf die er ondanks haar leeftijd niet minder appetijtelijk uitziet en wier afgeschoten pijlen net zo snedig zijn als haar opmerkingen. Samen doorkruisen ze kerkers, ondergrondse burchten, platgebrande dorpen en andere woestenijen om zoveel mogelijk Wargar (lees: Orks), demonen en ander hels gespuis te trotseren. Het markante duo is net zo inwisselbaar als de slechte wezens die ze over de kling jagen. Ze nemen amper de moeite om zich te profileren. Dat is ergens maar goed ook, want ze zijn al dom genoeg zonder dat er een woord uit hun digitale bakkes komt.
De stupiditeiten van respectievelijk Caddoc en E'lara werken in een kort tijdsbestek al op de zenuwen. Zo moest ik mij, spelende als de lichtvoetige E'lara, over een kantelende loopplank manoeuvreren. Het wipwap-principe, je kent het wel. Helaas kwam het niet in Caddocs botte kop op om de plank in balans te houden en bleef de dommekracht schaapachtig naar zijn gigantische strijdbijl gluren. De computergestuurde partner heeft er ook vaak een handje van om je te laten creperen in noodsituaties omdat hij of zij te druk bezig is met het bewonderen van spinnenwebben langs de muur, het wegturven van vijandelijke slachtoffers of vastzitten in het generieke bruingetinte decor.
Samenwerken met een vriend is niet alleen een stuk gezelliger, het ontneemt ook een hoop frustratie die de kunstmatige intelligentie teweeg brengt. Je stormt nu eenmaal met een stuk meer vertrouwen het slagveld op wanneer je dekking krijgt van een bekwame boogschutter. Aanvankelijk verlopen de meeste gevechten nog niet zo vlot, totdat je met de her en der verspreide kristallen een aantal krachtige spreuken hebt gekocht. Wanneer je samen moeiteloos vijanden elektrocuteert, de lucht in blaast of in een blok ijs tovert kan er eindelijk wat gelachen worden. Keer op keer hetzelfde palet aan demonische gedrochten neermeppen is dan ineens een stuk minder saai.
Door het combineren van spreuken en gevechtstijlen vergeet je soms even dat je een matig spel aan het spelen bent. Maar zodra het gekletter van staal weer is weggeëbd, richten de ogen zich automatisch op het generieke leveldesign. Op een aantal mooie vergezichten na ben je continu tegen de donkere, stenen muren van naargeestige kerkers aan het koekeloeren. Bovendien krijg je nergens de mogelijkheid om op te splitsen of een alternatief pad te kiezen. Er zijn weliswaar puzzels op te lossen die je iets verder van het pad af doen dwalen, maar een sterker, 'zeldzaam' wapen als beloning is maar nét genoeg om de saaie zoektocht te rechtvaardigen.
Na een ruime tien uur aan Wargar kortwieken, slaven bevrijden en potions achterover slaan, zul je waarschijnlijk nog lang niet elke duistere ho